Een drieluik over digitaal geld - deel 1: de digitale euro

Drieluik geld 1.pngwoensdag 02 februari 2022 11:28

Dit artikel maakt in die geest deel uit van een drieluik over digitaal geld en christelijke politiek. In dit deel: de digitale euro.

Door Jesse Six Dijkstra, lid Denktank 

Digitaal geld is upcoming: uit recentelijk onderzoek van de Rabobank en onderzoeksinstituut Nibud blijkt dat 27 procent van de Nederlandse jongvolwassenen geld heeft belegd in cryptomunten.[1] Hoewel veel mensen digitaal geld zien als lucratief investeringsobject, doet dit het principe tekort. De ontwikkelingen die momenteel plaatsvinden in de digitale financiële sector in den brede, zullen op termijn zeer waarschijnlijk aanzienlijke gevolgen hebben voor de manier waarop mensen hun betalingen doen en geld sparen. Het is vanwege de potentieel grote maatschappelijke en economische impact van digitaal geld van groot belang dat de ChristenUnie als partij een heldere visie vormt op dit onderwerp. Dit artikel maakt in die geest deel uit van een drieluik over digitaal geld en christelijke politiek. In dit deel: de digitale euro.

Op 11 november jl. heeft de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer een debat gevoerd over de digitale euro.[2] De ChristenUnie was afwezig bij dit debat. De digitale euro is een initiatief van de Europese Centrale Bank (ECB). Het streven van ECB is dat inwoners van alle EU-landen op termijn gebruik kunnen maken van de digitale euro. Deze valuta is een voorbeeld van digitaal centralebankgeld of CBDC (Central Bank Digital Currency). Een centrale bank, in casu de ECB, geeft dit digitale geld uit.

In het commissiedebat lag de nadruk vanuit o.a. de woordvoerders van VVD en D66 op het vraagstuk: ‘Hoe zorgen we ervoor dat het contante geld niet verdwijnt door de digitale euro?’ Het is jammer dat dit vervolgens het centrale punt van debat werd, omdat de digitale euro naar verwachting toch niet méér het verdwijnen van contant geld in gang zal zetten, dan pinnen en internetbankieren tot nu toe al gedaan hebben. De digitale euro is namelijk in de eerste plaats een alternatief op giraal geld: geld dat op commerciële bankrekeningen staat en waarmee via een pinpas, bankieren-app of smartwatch betaald kan worden. Een belangrijke vraag, terecht gesteld door het FvD, en effectief onbeantwoord door de minister van Financiën, is wat de toegevoegde waarde zou zijn van de digitale euro ten opzichte van de bestaande betalingsmogelijkheden. In het debat benadrukte de minister het volgende: “Dit is een additionele optie die de consument erbij krijgt en die evident gemak biedt in de transacties en in het totale palet aan mogelijkheden.”[3] Dit roept de vraag op: Waarom zouden tijd, geld en moeite in het ontwikkelen van een digitale euro steken, als het slechts oude wijn in nieuwe zakken is?

Opzet van CBDC’s

Allereerst is het belangrijk om de gedachte achter CBDC’s te snappen. Er bestaat een verschil tussen de digitale euro en geld op je bankrekening. Een reguliere euro is niet digitaal: hij kan namelijk zowel een contante als een online vorm aannemen, en in beide gevallen is het dezelfde euro. Internetbankieren, het verplaatsen van giraal geld, is enkel mogelijk omdat (commerciële) banken garant staan voor de geldstromen tussen de banken. Stel, je zou online twintig euro overmaken van je eigen ING-rekening naar andermans Rabobank-rekening. Dan is het aan de banken om onderling te regelen hoe het geld van ING bij Rabobank komt. Of dit nu via waardetransport of via de internetkabel gaat, het gevolg is dat ING twintig euro minder in de kluis heeft en de Rabobank twintig euro meer. Het principe van giraal geld is gebaseerd op vertrouwen tussen de banken. Bij digitale centralebankgelden is dat anders. Daar bestaat geld bij gratie van de bank – van de ECB, in het geval van de digitale euro. De bank beslist over de uitgave van digitaal geld en levert de technologie die bepaalt of je digitale euro wel in jouw, maar niet in de portemonnee van je buurman zit. Die portemonnee zou dan een app zijn.

CBDC’s verschillen op fundamenteel vlak van cryptomunten. Waar CBDC’s centraal worden uitgegeven, zijn cryptovaluta’s zoals bitcoin en etherium inherent decentraal. Dankzij blockchaintechnologie en een specifieke versleutelingsmethode kunnen cryptomunten zonder centrale instantie zoals de ECB uitgegeven en verhandeld worden. Cryptogeld is volledig in het beheer van de consumenten en kent geen marktmeester. Bij CBDC’s staat de overheid garant voor het geld.

Geldsoorten

De verschillende geldsoorten

Opzet van de digitale euro

De digitale euro moet dus de officiële Europese CBDC worden. De ECB stelt dat een digitale euro de inwoners van de eurolanden moet voorzien van ‘kosteloze toegang tot een eenvoudig, universeel geaccepteerd, veilig en betrouwbaar betalingsmiddel’. Iedere inwoner krijgt toegang tot de digitale euro, en is daarbij niet afhankelijk van zijn lokale commerciële bank. Het betalingsmiddel zou in de nabije toekomst moeten worden uitgegeven door het Eurosysteem (de ECB en de nationale centrale banken van alle eurolanden) en zou toegankelijk moeten zijn voor alle inwoners en bedrijven in de eurozone. Volgens de ECB is de digitale euro niet bedoeld als vervanging van het contante geld, maar als aanvulling daarop. Ook is de digitale euro geen parallelle munteenheid aan de huidige euro: de nominale waarde moet te allen tijde gelijk zijn. Verder moet marktneutraliteit bij invoer van de digitale euro geborgd blijven, zodat commerciële banken niet verdrongen worden. De ECB beweert dat een door het Eurosysteem beheerde digitale munteenheid een hoge mate van veiligheid biedt ten opzichte van betalingsmiddelen die buiten het Eurosysteem worden uitgegeven en beheerd. Decentrale munteenheden zoals cryptomunten en niet-Europese betaalmiddelen zouden volgens de ECB namelijk financiële stabiliteit en monetaire soevereiniteit van de Europese Unie kunnen ondermijnen. De digitale euro moet dan ook geen investeringsmiddel worden, zoals veel crypto dat nu wel is, maar juist een betaal- en spaarmiddel.[4]

De achterliggende infrastructuur van de digitale eurovoorraad kan ofwel gecentraliseerd zijn, waarbij alle transacties opgenomen zijn in de ledger (het digitale logboek) van de centrale bank, ofwel gedeeltelijk gedecentraliseerd, waarbij gebruikers en/of gereguleerde tussenpersonen hun eigen ledger hebben. In beide gevallen zou de achterliggende infrastructuur beheerd worden door de centrale bank. Particuliere systemen die betrokken zijn bij het aanbieden van digitale eurodiensten moeten op een dusdanige manier verbonden zijn met de achterliggende infrastructuur dat het niet mogelijk zou moeten zijn om buiten de centrale bank om digitale euromunten te creëren. Toegang tot het geld door eindgebruikers kan een hardwarematige oplossing (bijvoorbeeld een betaalpasje) of een softwarematige oplossing zijn (een app), of een combinatie van beide. Omwille van de veiligheid zou hoe dan ook sprake zijn van een sterke vorm van authenticatie en identificatie.[5]

Bescherming van privacy wordt door ECB genoemd als ‘key priority’ voor de digitale euro. Het middel moet ervoor zorgen dat het vertrouwen van burgers in het geldsysteem niet geschonden wordt. Uit onderzoek van de ECB onder 8.200 respondenten blijkt dat privacy onder zowel burgers als experts wordt beschouwd als het belangrijkste aspect van de digitale euro. Hieruit bleek dat Noord-Europeanen meer prioriteit geven aan privacy dan Zuid-Europeanen, die veiligheid (oftewel bescherming tegen diefstal en hackaanvallen) zwaarder vinden wegen. Veel respondenten noemden het gebruik van een distributed ledger technology (DLT) zoals blockchain, als manier om privacy te waarborgen.[6] Cryptovaluta’s zoals de bitcoin maken gebruik van DLT. In het volgende artikel, dat zal gaan over cryptomunten, zullen we verder ingaan op deze techniek. Op dit moment lijkt het gebruik van een DLT bij een Europese digitale munt echter niet realistisch. Waarschijnlijk zal al het betalingsverkeer over het (centrale) ECB-netwerk lopen.

Uit een onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) uit april 2021 onder 2.500 respondenten blijkt dat 49 procent van de Nederlandse consumenten geïnteresseerd zou zijn in het openen van een betaalrekening met digitale euro’s. “In Nederland heeft de digitale euro potentie als betaalmiddel”, concludeert DNB. Bij de enquête bleek dat ruim de helft van de correspondenten vóór de enquête nog nooit van digitaal centralebankgeld had gehoord, een derde het begrip wel kende maar niet wist wat het inhield en 13 procent wel bekend was met het principe.[7]

Digitaal centralebankgeld op het wereldtoneel

De digitale euro is niet het eerste initiatief dat wereldwijd wordt gestart met digitaal centralebankgeld. Zo heeft China al enkele proeven gedaan met digitale yuan. De digitale yuan wordt door China vooral gezien als rivaal voor de dominante Amerikaanse dollar. Vooral in arme landen, waar China al op andere manieren voet aan de grond probeert te krijgen, zal een digitale yuan een aantrekkelijk alternatief kunnen zijn voor de dollar.

Janet Yellen, de Amerikaanse Minister van Financiën, en Jerome Powell, de voorzitter van het Federal Reserve System (de Amerikaanse centrale bank), zeggen de ontwikkelingen rondom de digitale yuan nauwlettend in de gaten te houden. Ze sluiten dan ook niet uit dat op termijn ook een digitale dollar gelanceerd zal worden.[8]

De digitale yuan laat ook zien wat de gevaren zijn van de CBDC’s. Omdat de digitale yuan centraal beheerd wordt, heeft de Chinese overheid de mogelijkheid om met de uitgave en de aard van het geld te experimenteren. Zo zijn er beperkte houdbaarheidsdatums aan geld toegekend, om mensen ertoe te bewegen snel hun geld uit te geven en om zo de economie te stimuleren. Er wordt gespeculeerd dat de centrale ledger waarop de transacties worden bijgehouden het systeem tot een handig middel voor de grootschalige Chinese overheidssurveillance op burgers en hun geldstromen kan maken.[9] Critici zien deze vrijheidsbeperkingen en privacyschendingen als de doemscenario’s van een digitaal centralebankgeldsysteem.

Vraagstukken rondom CBDC’s

1. Een geopolitiek vraagstuk

Hoe de grootmachten inspelen op de opkomst van digitale valuta’s, zowel centraal als decentraal, zal de toekomst van de internationale financiële markt bepalen. Vooralsnog heeft de VS dankzij de positie van de dollar een hoge mate van controle over internationale financiële transacties. Digitale valuta’s kunnen een belangrijke factor zijn in het inkrimpen van de Amerikaanse rol op het economische wereldtoneel. Hoe de opkomende geopolitieke verschuivingen als gevolg van digitale valuta’s exact vorm krijgen, en de mate waarin deze plaats zullen vinden, is nog niet te overzien. Het is hoe dan ook zaak dat Nederland en Europa zich zo goed mogelijk voorbereiden op een nieuwe economische werkelijkheid. De partij Volt heeft in het commissiedebat reeds de ambitie uitgesproken om de digitale euro wereldwijd de leidende munt te laten worden.[10] Of dit realistisch is, valt te betwisten, maar het is desalniettemin cruciaal om in deze kwestie niet de kop in het zand te steken.

Een belangrijke vraag die we daarom moeten stellen is: Moet Europa hard inzetten op het uitrollen van de digitale euro in de rat race van wereldwijde digitale centralebankgelden?

2. Vraagstukken rondom privacy, justitie en veiligheid

Iets dat in het commissiedebat van de Tweede Kamer veelvuldig ter sprake is gekomen, is het feit dat de digitale euro oplossingen biedt in het financiële veiligheidsdomein. Omdat de geldstromen van de digitale euro centraler en inzichtelijker zijn dan geldstromen via contante betaling en online bankieren, zal de digitale euro het opsporen van criminele transacties, terrorismefinanciering en witwaspraktijken vereenvoudigen. Dit is uiteraard een groot gewin. Echter, als de digitale euro slechts een aanvulling op contant en giraal geld is,  zullen criminelen en terroristen altijd de alternatieven kunnen blijven gebruiken. Bovendien, de schaduwkant van digitaal centralebankgeld is dat één overheidsbank inzicht heeft in de betaalgegevens van iedereen die de digitale euro gebruikt. Het ligt voor de hand dat een gebruiker zich moet legitimeren voor hij een rekening opent, bijvoorbeeld door middel van DigiD. Anoniem betalen, zoals met initiatieven als de bitcoin wel (in hoge mate) mogelijk is, is geen optie bij de digitale euro. Bovendien zijn de gevolgen van een hackinbraak of datalek bij de ECB potentieel desastreus vanwege de grote hoeveelheid data op de servers. Vanuit een perspectief van nationale en Europese veiligheid biedt een systeem als dat van de digitale euro dus voordelen ten opzichte van de huidige situatie, maar dit brengt belangrijke vraagstukken teweeg.

Ten eerste: Is het vanuit een privacy- en veiligheidsoogpunt acceptabel dat de digitale euro een sterke centrale opzet heeft?

Ten tweede: Is het maatschappelijk acceptabel dat betalingsverkeer vanwege ontwikkelingen op digitale betaaltechnologie steeds minder anoniem wordt?

 3. Vraagstukken rondom soevereiniteit

In het commissiedebat stelde de SP-woordvoerder dat zijn partij “minder afhankelijkheid van enkele grote commerciële instellingen, van grote commerciële banken [wil].” Hierbij refereerde hij aan een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).[11] De WRR pleit voor meer diversiteit in de financiële sector, een essentiële waarborg voor financiële stabiliteit en degelijke geld- en kredietschepping, gezien het feit dat het aandeel van de drie grote banken sinds de economische crisis zelfs is toegenomen. Een publiek verankerd initiatief voor commerciële banken zou een disciplinerende werking kunnen hebben op commerciële banken en hun dominantie op de markt doen afnemen. In het WRR-rapport uit januari 2019 wordt digitaal centralebankgeld specifiek genoemd als ‘ambitieuze’ invulling van een dergelijk alternatief.[12]

De minister van Financiën gaf in het debat geen antwoord op de vraag van de SP of het inderdaad een doelstelling van de digitale euro is om minder afhankelijkheid van commerciële banken te realiseren. Mocht het geen doelstelling zijn, dan is het allicht een neveneffect. Een digitaal centralebankgeld wordt idealiter opgericht vanuit publiek belang. De private bank, met haar private belangen, verdwijnt daarbij als intermediair tussen overheid en burger. Ook hierover twee vraagstukken.

Ten eerste: Heeft Nederland een probleem met maatschappelijke afhankelijkheid van commerciële banken in de financiële sector?

Ten tweede: Moet de digitale euro ingezet worden als een tegenwicht tegen die maatschappelijke afhankelijkheid van commerciële banken?

Conclusie

Digitale centralebankgelden zijn een nieuwe, innovatieve manier waarop betalen en sparen in de nabije toekomst vorm kan krijgen. De digitale euro verdient het dan ook om serieus genomen te worden als financieel middel en het is goed dat hier in de Tweede Kamer commissiedebatten over gevoerd worden. Echter, in de ontwikkeling van de munt moeten op politiek niveau duidelijke afwegingen worden gemaakt. Deze afwegingen moeten niet beperkt blijven tot het domein van gebruikersgemak en de angst dat de munt het contante geld gaat verdringen. Er moet juist gekeken worden naar de brede scope van een CBDC, zoals de geopolitieke impact, de frictie tussen privacy en veiligheid en rol van zowel private als publieke banken.

Vanwege de grote impact van de snel veranderende digitale financiële sector is het van belang dat de ChristenUnie een visie vormt op de digitale euro en de daaraan gerelateerde thema’s. In het volgende deel van dit drieluik over digitaal geld zullen we stilstaan bij het onderwerp cryptomunten, waarbij we specifiek inzoomen op de ideologische gedachte achter crypto en de ecologische impact ervan. In het derde deel zullen we ten slotte een aanzet geven voor hoe vanuit de kernwaarden van CU een visie op het domein van digitaal geld als geheel gevormd zou kunnen worden.



« Terug

Reacties op 'Een drieluik over digitaal geld - deel 1: de digitale euro'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2022

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari