Revolutionaire Garde hoort thuis op de Europese terreurlijst

Iraanse garde
Door Willem Holdijk, Johannes de Jong op 4 maart 2024 om 13:07

Revolutionaire Garde hoort thuis op de Europese terreurlijst

treuzel daar niet langer mee

Mohsen Mazloum, Mohammad Faramarzi, Vafa Azarbar en Pejman Fatehi. Vier Koerdische gevangenen die afgelopen 29 januari zijn opgehangen in een Iraanse gevangenis vanwege hun deelname aan Jina Amini-protesten in 2022 en 2023. Op woensdag 3 januari kreeg Roya Heshmati 74 zweepslagen in een Iraanse gevangenis omdat ze had geweigerd een hidjab te dragen. Het zijn maar twee van de recente voorbeelden van de talloze verschrikkingen die de bevolking van Iran moet verdragen van het totalitaire en extremistische regime.

De Iraanse oppositie, gesteund door meerderheden in het Europees Parlement en parlementen in (onder andere) Zweden, Duitsland en Nederland, roept nu al twee jaar op om de Iraanse Revolutionaire Garde op de terreurlijst van de Europese Unie te plaatsen. Maar al die tijd geven Josep Borrell, de EU-Hoge Vertegenwoordiger (‘EU-minister Buitenlandse Zaken’) en zijn European External Action Service echter geen gehoor aan deze oproep, daarbij gesteund door ambtelijke apparaten in de ministeries van Buitenlandse Zaken in EU-lidstaten. Een rondgang langs een aantal nationale parlementen geeft de sterke indruk dat waar het debat rondom Iran daadwerkelijk wordt gevoerd, er een meerderheid is die de politiek van de zachte benadering wil beëindigen.

De kerngedachte achter het ambtelijke tegenstribbelen in Europa is dat we de relatie met Iran ‘werkbaar moeten houden’. 

Het problematische van deze houding is niet alleen dat de mensenrechtenschendingen systematisch genegeerd worden, maar ook dat de gevolgen van dit beleid op het bordje komen te liggen van Europese en Nederlandse burgers.

Voorafgaand aan de Jina Amini-protesten was het beleid tegenover Iran primair economisch gemotiveerd. Het nucleaire akkoord met Iran (JCPOA) fungeerde als de hoeksteen zodat Iran handel kon drijven met Europa en de VS. In ruil daarvoor zou het Iraanse regime voorlopig de ontwikkeling van een atoombom stoppen. President Trump beëindigde dit akkoord, maar de primaire reactie van Borrell was en bleef dat het akkoord hoognodig was. De (toen al zichtbare) gevolgen van dit akkoord werden daarbij genegeerd, de economische focus van de korte termijn overheerst binnen de EU.

desastreus

De gevolgen waren echter desastreus. Iran investeerde miljarden in de grootschalige ondersteuning en professionalisering van regionale terroristische groeperingen en het regime van Assad in Syrië. Daarnaast verkoopt het op dit moment duizenden ‘kamikaze-drones’ aan Rusland om de oorlog in Oekraïne verder te escaleren. 

Dat Iran zich bezig kan houden met deze grootschalige geopolitieke destabilisatie komt doordat de Revolutionaire Garde grote delen van de Iraanse economie in bezit heeft. Een publicatie in 2021 van een aan de NAVO gelieerde denktank geeft in detail weer hoezeer het huidige regime de Iraanse economie domineert. Honderden miljoenen aan Europees geld vloeiden dus rechtstreeks naar diezelfde Revolutionaire Garde.

De gevolgen hiervan zijn rampzalig voor de noodlijdende bevolking van Irak, Syrië, Libanon, Gaza, Jemen en Oekraïne. Maar ook zorgt de Iraanse militaire expansie voor sociale en economische uitdagingen voor de Europese burger. De kosten voor de massale opvang van bijvoorbeeld Syrische asielzoekers worden uiteindelijk betaald uit belastingopbrengsten. Zonder ingrijpen van Iran via lokale milities was Assad al jaren geleden afgezet geweest en was er een kans geweest op het einde van de burgeroorlog.

Momenteel draaien ondernemers in Europa op voor de blokkade van de Rode Zee door de door Iran gesteunde Houthi’s. Spoedig zullen Europese consumenten dit ook merken. De kortetermijnfocus van het buitenlands beleid is gericht op meer export en goedkopere import. Dat zorgt ervoor dat Europese en Nederlandse burgers de ontwrichtende gevolgen van deze houding richting Iran terug vindt op hun eigen bordje.

Het Europees Parlement stelde op 4 oktober 2023 dat ‘Europa een strategie moet ontwikkelen als antwoord op de groeiende trend van autocratische regimes zoals Rusland, Turkije en Iran die diplomatieke inspanningen opzijschuiven ten gunste van gewelddadig militair geweld’. 

Ten aanzien van Iran zou dat betekenen dat de EU drastisch van koers verandert en niet langer kan negeren wat Iran doet in termen van militaire escalatie en mensenrechtenschendingen. Gewone mensen in het Midden-Oosten en Europa draaien op voor deze huidige Europese koers. Nederland kan het voortouw nemen en de koerswijziging in gang zetten door een nationaal besluit te nemen dat de EU in staat zal stellen om de Revolutionaire Garde op de terreurlijst te plaatsen.