Onderwijs

terug

Het onderwijs vormt automatisch een van de belangrijkste beleidsterreinen voor ons als jongerenorganisatie. Goed onderwijs stelt ons in staat om breed onderlegd de samenleving binnen te stappen en prepareert ons om zelf zo goed mogelijk bij te kunnen dragen aan die samenleving, voor onszelf, maar ook voor onze directe omgeving en de bredere maatschappij. Ons onderwijsstelsel staat onder druk. De positie van studerende jongeren is momenteel erg beklemmend. Het leenstelsel heeft de schadelijke effecten voortgebracht waarvoor bij de invoering werd gevreesd: deels op financieel gebied maar vooral op mentaal gebied. Los van de financieringswijze schiet ook de financieringsomvang tekort: het hoger en universitair onderwijs heeft structureel meer investeringen nodig, en ook in het primair en middelbaar moet vooral de salariëring aangepakt worden. Daarnaast moet de huidige werkdruk in het onderwijs stevig teruggedrongen worden.

En dan vinden er nog discussie op ethisch vlak plaats. Het unieke en waardevolle onderwijsstelsel dat we bezitten in Nederland, met vrijheid voor de vele verschillende groepen in Nederland om kinderen groot te brengen met de eigen waarden via het bijzonder onderwijs, is vandaag de dag dikwijls onderdeel van discussie. Daarbij komen wezenlijke uitdagingen en opdrachten naar voren waar PerspectieF oog voor wil hebben, maar zien we ook een disproportionele focus op dat wat fout gaat en een gebrek aan waardering voor de grote waarde die bijzonder onderwijs in zich draagt. Dat alles brengt ons onder andere bij de volgende standpunten:

  • Het leenstelsel moet worden afgeschaft, en ter vervanging komt er een nieuw stelsel waarbij generiek €550 maandelijks beschikbaar is voor studenten, met daarnaast een aanvullende beurs voor bepaalde groepen van maximaal €200.
  • Er komt een substantiële compensatie voor de leengeneraties, bijvoorbeeld in de vorm van een aanzienlijk geldbedrag of in wettelijk geregeld specifieke voordelen op gebied van hypotheek of arbeid.
  • Er komen hogere investeringen in het hoger onderwijs, waarbij de vaste voet ook moet toenemen in relatieve waarde ten opzichte van de flexibele voet.
  • Salarissen in het primair en middelbaar onderwijs moeten zoveel mogelijk gelijkgetrokken worden.
  • Het beroep van docent moet aantrekkelijker gemaakt worden. Daarom blijven werkdrukmiddelen ruimhartig beschikbaar om de werkdruk aan te pakken en moeten de loopbaanperspectieven in het onderwijs verbeterd worden.
  • De onderwijsvrijheid zoals geformuleerd in artikel 23 van de grondwet blijft geheel intact, met daaraan gekoppeld een meer uitgebreide burgerschapsopdracht en nadrukkelijker beleid van scholen om de veiligheid van ieder individueel kind te garanderen.

terug