Waarom de wegbezuiniging van ontwikkelingssamenwerking averechts werkt
voor Nederland én de PVV
‘Nederland weer op 1’. Dat was de boodschap van Wilders toen hij met zijn PVV vorige week de verkiezingen won. Een tekenend slot voor de verkiezingstijd, waarin buitenlandse thema’s nauwelijks naar voren kwamen. En dat terwijl er oorlog op het Europese Continent heerst, er sprake is van een kantelende wereldorde in relatie tot China en Rusland en migratiestromen als gevolg van conflict en natuurrampen gestaag toenemen.
Nederland is verbonden met al deze ontwikkelingen, en nu is er een partij aan zet gekomen die plannen heeft om voornamelijk naar binnen te gaan kijken. Het kind van de rekening is niet voor de eerste keer ontwikkelingssamenwerking. Als het aan de PVV ligt wordt het ontwikkelingsbudget volledig wegbezuinigd en zal de ministerpost van dit beleidsterrein verdwijnen. PVV-woordvoerder Driessen noemde ontwikkelingssamenwerking in het verleden nog een ‘aflaat van de linkse kerk’, en stelde dat de 60 miljard die de afgelopen decennia aan ontwikkelingssamenwerking werd uitgegeven totaal is verbrand.
Ontwikkelingssamenwerking en irreguliere migratie
En hoewel ontwikkelingssamenwerking slechts een klein onderdeel is van het geopolitieke speelveld, gaat ontwikkelingssamenwerking juist om een van de meest basale zaken die er is: mensen helpen. Vanwege de hoge effectiviteitseisen en -controles die er in de afgelopen jaren zijn opgebouwd op dit thema, is er ook voldoende bewijs beschikbaar dat ontwikkelingssamenwerking werkt. In de afgelopen jaren had Nederland een positieve impact op mensen die het perspectief in hun leven waren kwijtgeraakt. Zo heeft Nederlands ontwikkelingsbeleid in 2022 10 miljoen mensen ondersteund en gezorgd voor een verhoogde voedselproductiviteit en toename van inkomens. Daarnaast kregen 5 miljoen mensen toegang tot schoon water en 4 miljoen mensen toegang tot sanitaire voorzieningen. Nederlands ondersteunt ook werkgelegenheid, toegang tot onderwijs en bevordert vrouwenrechten in lokale gemeenschappen. Kortom, ontwikkelingssamenwerking bouwt aan weerbare, toekomstbestendige gemeenschappen. En daarmee schetst Nederland weer een toekomstperspectief voor de meest kwetsbaren. En juist daar zou de PVV ook naar op zoek moeten zijn, want als mensen perspectief in eigen land zien, hebben zij minder reden om naar Europa te migreren.
Nederland weer op 1 betekent dus niet per definitie met oogkleppen op alleen binnen onze eigen grenzen kijken. Het budget voor ontwikkelingssamenwerking werd in kabinetten Rutte lll en lV gebruikt om irreguliere migratie te bestrijden. Binnen het budget voor ‘opvang in de regio’ kregen geïdentificeerde potentiële migranten voorlichting over de risico's van migratie, werden mensensmokkelaars opgespoord en werd er ingezet op grensbeheer en herintegratie in de eigen gemeenschap. Zelfs als je ontwikkelingssamenwerking niet zou zien door de lens van internationale barmhartigheid, getuigt een complete stop op dit beleidsterrein van weinig realiteitszin. Het zal irreguliere migratie naar Europa niet terugdringen maar eerder versterken, tegen de wens van de PVV in.
De Nederlandse positie in een kantelende wereldorde
Voor de positie van Nederland in een kantelende wereldorde is de verkiezingsuitslag een enorme klap. Wilders kan stellen ons land op 1 te willen zetten, maar internationaal slaan we een enorme flater door ontwikkelingssamenwerking van de kaart te vegen. Nederland heeft zijn huidige internationale positie in lage- en middeninkomenslanden voor een groot gedeelte te danken aan zijn inzet op ontwikkelingssamenwerking en handel. Deze positie en reputatie komen door opkomende grootmachten als China, Rusland en India onder druk te staan. Om in dat geopolitieke speelveld overeind te blijven en als betrouwbare partner gezien te worden, is investeren in ontwikkelingssamenwerking broodnodig.
Op het Afrikaanse continent is bijvoorbeeld sprake van een steeds grotere inmenging van Russische en Chinese investeerders. Terugtrekken van Nederlandse toegevoegde waarde, bijvoorbeeld onze expertise op het gebied van landbouw, watermanagement en infrastructuur, zou de Nederlandse internationale positie verzwakken ten gunste van die van Rusland en China. Nederland zou zijn internationale reputatie als betrouwbare, gelijkwaardige partner juist kunnen versterken door de inzet op ontwikkelingssamenwerking. Als gelijkwaardige partners kunnen we dan gezamenlijk internationale uitdagingen zoals klimaatverandering en migratie aanpakken. En dat we zoiets beter op internationaal niveau gezamenlijk doen dan met een uitsluitend binnenlandse focus, is een argument dat aan de rechterzijde van het politieke spectrum ook zijn weergang vindt. Het bijdragen aan ontwikkelingssamenwerking en handel met onze dosis ervaring en expertise zal Nederland juist positief op de kaart zetten in het internationale speelveld. Nederland heeft een enorme dosis aan ervaring in ontwikkelingssamenwerking, en deze expertise laten vallen als een baksteen komt het dichtst in de buurt van het verbranden van 60 miljard euro.
Het van de kaart vegen van de internationale ontwikkeling zal Nederland én de PVV niet helpen. De kop in het zand steken zal migratie zeker niet tegengaan, en is desastreus voor de (geo)politieke positie van Nederland in een snel veranderende wereldorde.