Europese Unie ziet bescherming van religieuze minderheden over het hoofd

Willem religie
Door Willem Holdijk op 22 april 2024 om 20:36

Europese Unie ziet bescherming van religieuze minderheden over het hoofd

Europa is een divers continent. Een lappendeken van minderheden met elk hun eigen (regionale) talen, godsdiensten en culturele gebruiken. Logischerwijs bevinden veel van deze minderheden zich ook in de lidstaten van de Europese Unie.  In Nederland bijvoorbeeld zijn er Friezen en Limburgers, elk met hun eigen dialect en culturele gebruiken. Wereldwijd ligt ten aanzien van minderheden in veel gevallen -vanuit etnische conflicten of andere belangen- uitsluiting, vervolging en discriminatie op de loer. Wereldwijd horen we hier vaker over, maar ook in Europa is religieuze intolerantie een groeiend fenomeen.

De Europese Unie heeft haar kenwaarden vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. In dit handvest is in artikel 22 ook de ''Verscheidenheid van cultuur, godsdienst en taal'' vastgelegd, waarin staat dat de Unie de verscheidenheid van cultuur, godsdienst en taal eerbiedigt. Lidstaten zien toe op de eerbiediging van onder andere dit artikel en toetredende lidstaten moeten ook voldoen aan de eis dat minderheden een beschermde status genieten, zoals vastgesteld in het Raamwerk Conventie voor de Bescherming van Nationale Minderheden (FCNM).

Religieuze minderheden hebben binnen dit kader een extra kwetsbare status. Ze hebben vaak speciale vormen van onderwijs en eigen gevormde instituties waar ze gebruik van maken. De bescherming van deze speciale status is van groot belang om het voortbestaan van deze minderheden te garanderen, maar juist hier staat de Europese Unie nagenoeg tandeloos.

Op dit moment is er geen enkel instrument in werking dat expliciet religieuze minderheden beschermt. Ja er bestaat een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten die lidstaten ongevraagd van wetenschappelijk advies kan voorzien, maar of dat een scherp middel is, valt te betwijfelen. Ook in verdragen zoals de Europese Conventie voor de bescherming van Nationale Minderheden speelt religie in het politieke debat geen rol van betekenis.

Deze constatering is minstens opmerkelijk te noemen, aangezien religieuze minderheden oorspronkelijk de grootste drijfveer zijn geweest achter verdragen zoals het Verdrag van Versailles en de latere ontwikkeling van de bescherming van minderheden onder internationaal recht. Vrijwel de complete culturele en historische achtergrond waarop de rechten van minderheden nu gelden, zijn af te leiden uit de bescherming van met name christelijke minderheden toentertijd. Desondanks zijn concrete middelen om de status van religieuze minderheden te beschermen afwezig. En hoewel op dit moment alle lidstaten de Conventie voor de bescherming van nationale minderheden hebben ondertekend en de aandacht voor minderheden in algemene zin niet is verdwenen, is de aandacht voor religieuze minderheden summier.

Regionale talen krijgen veel aandacht en bescherming en ook in het Europees Parlement wordt wekelijks gesproken over minderheden in het kader van het migratievraagstuk. Over de religieuze minderheden wordt het gesprek echter minder gevoerd en dit onderwerp lijkt zelfs richting de achtergrond te zijn verdwenen. In het migratievraagstuk gaat het er vooral over hoe deze minderheden geïntegreerd en beschermd dienen te worden tegen discriminatie in Europese lidstaten. Echter, deze stellingname laat de religieuze identiteit van veel migranten compleet achterwege. Ook worden religieuze motieven tot vluchten buiten oogschouw gelaten in het politieke debat.

Tekenend voor de situatie van het huidige politieke debat is de op 13 november 2018 gepubliceerde resolutie over de minimale standaarden voor minderheden in de EU. In die resolutie wordt gesteld dat “de bescherming van individuele mensenrechten niet genoeg is om volledige bescherming te bieden aan minderheden”. Maar over de waarborging van de religieuze identiteit van minderheden in de EU wordt helemaal niet gesproken in het document. Zo ontwijken zowel het Europees Parlement als de Europese Commissie al tijden de fundamentele vraag. Juist nu de dominante culturele stroming binnen Europese lidstaten seculier wordt, is de positie van religieuze minderheden kwetsbaar.

De toename van migratie en discussies over eventuele Europese uitbreiding zouden hierbij voor de EU een extra aanzet moeten zijn de religieuze identiteit van minderheden nadrukkelijker te waarborgen. 

Desondanks wordt in rechtelijke documenten van de EU over de vrijheid van geloof en religie nooit expliciet gesproken over “het verzekeren van het voortbestaan en continuele ontwikkeling van religieuze identiteiten”. Ook klinkt hierin geen erkenning door hoe de religieuze identiteit samenlevingen als geheel kan verrijken. Wat rest is een passief kader waarin religieuze minderheden binnen de EU dus alleen beschermd worden via de individuele vrijheid van religie en via rechtsinstrumenten die gelden voor alle minderheden. Dit liberale- en individualistische rechtskader is niet adequaat om de kwetsbare positie van religieuze minderheden te kunnen beschermen en hun groepsidentiteit tot bloei te laten komen.

Met het oog op de aankomende Europese verkiezingen is het belangrijk de groeiende kwetsbare positie relieuze minderheden in Europa onder ogen te zien. De EU zou er goed aan doen om zijn kop niet in verder in het zand te steken en moet zich actiever inzetten voor de bescherming van de religieuze identiteit van minderheden. Alleen door actief de positie van religieuze minderheden te beschermen kan de EU zijn rol vervullen als bewaker van de diversiteit in Europa.