ChristenUnie, de stijl en de koers

zaterdag 30 maart 2002 00:00

Dit artikel is op 30 maart 2002 verschenen in het Nederlands Dagblad n.a.v. 'Inschikken en Opschuiven, Mensen over de ChristenUnie'. Marusja Aangeenbrug en Hans Valkenburg. Uitg. Buijten & Schipperheijn Amsterdam, 2002; 111 blz. euro 11,50

door onze redacteur Piet H. de Jong

DEN HAAG - Als nieuwe partijformatie gaat de ChristenUnie campagne voeren en dingen naar de gunst van de kiezer. Meer dan de afzonderlijke partijen RPF en GPV is er aandacht, vooral media-aandacht, voor de partij van lijsttrekker Kars Veling.

Campagneleider Joël Voordewind gaf eerder aan dat hij zijn partijleider ,,niet op kamelen maar wel op de barricaden'' wil plaatsen. In een brief op de website van de ChristenUnie, eind vorig jaar, repte Veling van een campagne die ,,rumoer'' teweeg moet brengen en ,,bruisend'' moet zijn. Daarvoor zijn acties nodig, al dan niet ludiek van aard. Afgelopen zaterdag voerde Veling een ludieke eenakter op. Op het podium zette hij de paarse bestuurscultuur te kijk. Voor radio en tv was het herkenbaar. Velings woordvoerder benadrukt dat de meeste creatieve ideeën afkomstig zijn van de lijsttrekker zelf. Dit in weerwil van het saaie imago dat sommigen hem toedichten.

Aangeenbrug en Valkenburg (*) stellen dat de ChristenUnie met Veling gekozen heeft voor een stijl die ,,nieuw, maar degelijk'' is. De voor velen verrassende keus voor Veling als aanvoerder van de geunieerde partijen RPF en GPV is voor diverse politici reden te speculeren over Velings toekomst als Tweede-Kamerlid. Opmerkelijk kritisch is partijgenoot Willem Ouweneel. Hij zal wel ,,integer zijn en erudiet maar zo'n filosoof moet je niet in de Kamer zetten'', luidt zijn harde oordeel. Daarvoor heb je iemand met flair nodig, meent Ouweneel. Collega-senator J.P. de Vries merkt op dat Kars Veling niet een Paul Rosenmöller is. Wel is hij volgens hem de beste keus omdat zijn partij ,,niet te flitsend'' moet zijn, maar het vooral moet hebben van degelijkheid. SGP-lijsttrekker Bas van der Vlies denkt dat Kars Veling nog wat te beschouwend is voor het wat ruwere werk in de Tweede Kamer. ,,Ik zie het nog niet voor me dat hij de hele dag zit te knutselen aan een amendement. Moet hij de Eerste Kamer wel uit?'', denkt de SGP'er hardop. Toch acht hij de keus van Veling voor het lijsttrekkerschap terecht en denkt Van der Vlies dat hij nieuwe groepen van kiezers kan aanboren. Wat de SGP'er betreft mag Velings partij, die toch ook een politieke concurrent is, groeien tot wel veertig zetels, onder voorwaarde dat die stemmen worden weggehaald bij hen die nu nog politiek dakloos zijn.

Spilpositie
Minstens zo belangrijk als de stijl is de politieke koers die de ChristenUnie vaart. Is dat zonder meer een voortzetting in de lijn van de 'oude' partijen of worden er nieuwe accenten gelegd? Van meet af aan is door de partijtop gesteld dat de ChristenUnie christelijk-sociaal wil zijn. De partij voelt er niets voor zich in een achterhaald links-rechts schema te laten persen. Uit onderzoek dat de partij heeft laten doen onder de doelgroep is gebleken dat de keus voor christelijk-sociale politiek direct na het ,,principiële'' element het meest typerend is voor de ChristenUnie. Toch is het juist de politieke koers waarover andere politici kritisch zijn. Die aandacht is mede te verklaren uit het feit dat de ChristenUnie, nu met vijf zetels in de Tweede Kamer, zowel de 'linkse' als 'rechtse' partijen aan een meerderheid kan helpen. Die positie legt extra politiek gewicht in de schaal. Waarschijnlijk is het die spilpositie die aanleiding gaf tot speculaties over deelname van de ChristenUnie aan een regeringscoalitie. Aanvankelijk stimuleerden partijtoppers dergelijke dromerijen door zelf hun gedachten de vrije loop te laten. Zo werden er alvast de nodige voorkeuren uitgesproken, bijvoorbeeld dat altijd het CDA erbij moet zijn. Ook leken er goede zaken te doen met de PvdA. Verder werd het CDA opgeroepen andere partijen uit te sluiten. Balkenende bedankte daar feestelijk voor. Behalve D66 deed Veling ook de LPF van Fortuyn in de ban. Aanvankelijk leek zelfs de liberale VVD niet door de beugel van de ChristenUnie te kunnen. Hun verkiezingsprogramma werd door de lijsttrekker ronduit ,,onverantwoord' genoemd. Die op uitsluiting lijkende uitspraak werd genuanceerd tot ,,een partij waarmee het lastig zal zijn tot overeenstemming te komen''. Later in de campagne benadrukte Veling dat een regering sowieso een sterke oppositie behoeft. Zijn partij is daar klaar voor. Hoe dat ook zij, regeren is voor partijgenoot Ouweneel, als RPF-lijstduwer destijds goed voor een behoorlijk aantal voorkeurstemmen, om van te rillen. Hij laat optekenen dat ,,God verhoede dat de ChristenUnie ooit mee gaat regeren''? In dat geval zal, vreest Ouweneel, zijn partij vuile handen moeten maken en ,,vanuit de achterhoede uit elkaar scheuren''.

Voor bespiegelingen over en het schetsen van rampscenario's over meeregeren door de nieuwe partijformatie is het veel te vroeg. De op drift geraakte kiezer zal eerst zijn oordeel moeten vellen op 15 mei. Dat telt.

Inhoud
Voor de 'eigen' politici is de inhoudelijke koers die de ChristenUnie wil varen geen punt van discussie. Oud-GPV-leider Schutte spreekt in het boekje dat de ChristenUnie ,,SP-achtig'' moet opereren door midden 'in' de samenleving te staan en mensen erbij te betrekken. Betrokkenheid op de samenleving is iets dat Veling eveneens voor ogen staat.

Met de termen links en rechts kan Schutte niet uit de voeten. Gaat het om defensie of ethische onderwerpen dan heet zijn partij rechts, terwijl het in milieu- en sociaal opzicht links heet te zijn. Voor Schuttes ex-collega van de RPF Leen van Dijke was de keus voor een christelijk-sociale koers voorwaarde om onder Veling verder te gaan als 'gewoon' kamerlid. Voor de lijsttrekker op zijn beurt was dat een belofte die hij uit overtuiging kon doen.

Buitenstaanders kunnen de koers van de ChristenUnie blijkbaar minder goed volgen. Ze proberen toch weer de ChristenUnie in het links-rechts schema te persen. Het verst daarin gaat RD-politiek-redacteur Bart Jan Spruyt. Hij ontwaart binnen de ChristenUnie een weigering om vanuit het ,,traditionele, conservatieve gedachtegoed politiek te bedrijven''. Eerder ziet hij ,,helaas'' binnen de nieuwe partij een ,,irritant radicale stroming'' ontstaan waarbij vooral jongeren zich afzetten tegen het burgerlijke en fatsoenlijke van hun ouders. Die jongeren noemen zich volgens Spruyt ,,evangelisch-radicaal, groen en sociaal''. Hun denkfout is dat, zo meent hij, dat ze ervan uitgaan dat mensen van nature goed zijn of als christen de innerlijke strijd al te boven zijn. SGP'er Van der Vlies wijst de conservatieve oplossing die Spruyt voorstaat af, maar vindt niettemin dat de ChristenUnie een verkiezingsprogramma heeft neergelegd dat een ,,links georiënteerd profiel'' heeft. Bijvoorbeeld als het gaat om de relatie tussen economie en ecologie. Natuurlijk draagt de SGP Gods schepping een warm hart toe, maar het is de vraag ,,hoe ver je daarin gaat'', aldus Van der Vlies. Hij constateert dat de ChristenUnie nogal verwant is aan GroenLinks en dat bedoelt hij niet als compliment. De SGP'er maakt zich een beetje zorgen over de koers van de ChristenUnie. Als het gaat om het sociale denken en de rol van de overheid komt de partij van Veling in de buurt van de PvdA. De partij schiet een beetje naar links door, concludeert Van der Vlies. Al die programmatische verschillen mogen echter geen struikelblok vormen voor de samenwerking, voegt hij er dempend aan toe.

Vanuit het CDA probeerden de voormalige leiders Heerma en De Hoop Scheffer meermalen de RPF en het GPV als linksige partijen af te schilderen. De tweede vrouw van de CDA-fractie, Maria van der Hoeven, gooit het over een andere boeg. Zij stelt dat de omschrijving christelijk-sociaal evengoed van toepassing is op het CDA. Wel vindt Van der Hoeven dat de ChristenUnie ,,te orthodox is door de Bijbel vaak letterlijk te interpreteren.'' Daarin ziet zij het grootste verschil tussen CDA en ChristenUnie.

Hans Dijkstal ventileert zijn vrees dat de ChristenUnie haar morele wil aan anderen wil opleggen. Op hoge toon spreken over waarden en normen roept de suggestie op dat anderen, lees liberalen, niet deugen. Dijkstal noemt dat ,,morele arrogantie''. Op politiek-programmatische gronden ziet de liberale leider de afstand tussen de VVD en de ChristenUnie groter worden. Hij heeft daarbij vooral het oog op het asiel- milieu- en sociaal-economisch beleid. ,,De standpunten die de ChristenUnie nu heeft, wijken niet zoveel af van de standpunten die de beide partijen een paar jaar geleden hadden, maar als je kijkt naar een langere periode, zie je dat ze wat progressiever zijn geworden.'' Alle kritiek van de 'buitenstaanders' is zo divers dat de ChristenUnie zich maar beter kan concentreren op die eigen, misschien wel tegendraadse, inhoudelijk koers. Een koers die inderdaad niet makkelijk in het links-rechts-schema is te vatten.

« Terug

Reacties op 'ChristenUnie, de stijl en de koers'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2002

november

oktober

augustus

juli

juni

mei

april

maart

januari