Column 'Het onvermogen van Europa' (Christelijk Weekblad)

vrijdag 08 oktober 2010 08:11

Om uit de economische crisis te klimmen en de eurokoers te beschermen heeft Europa scherpe maatregelen geëist van haar lidstaten. Diverse begrotingstekorten liepen enorm op, waarna de Unie aan de noodrem trok. Wat is de achtergrond hiervan en ligt Europa’s probleem niet dieper?

De basis voor het Europese monetaire stelsel ligt in het Verdrag van Maastricht (1992). In Maastricht ondertekenden twaalf landen de oprichting van de Europese Unie en werd onder meer bepaald dat er een Economische en Monetaire Unie (EMU) gevormd zou worden, die met de ‘euro’ als munteenheid zou gaan werken. Na de uitbreiding van de EU in de afgelopen jaren maken nu 16 van de 27 lidstaten deel uit van de EMU. Van de oprichtingslanden doen alleen het Verenigd Koninkrijk en Denemarken niet mee aan de euro.

Om deel te kunnen nemen aan de euro werd overeengekomen dat potentiële deelnemers hun inflatie, schuld en begroting op orde moesten hebben. Daarnaast hebben de zestien zogenaamde eurolanden samen het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) ondertekend, waarin afspraken zijn gemaakt over de begrotingsregels die na invoering van de euro gelden. Met dit akkoord kon gewaarborgd worden dat de eurolanden hun schuld en begroting op orde zouden houden. Zestien handtekeningen eronder en een goedgelovige zou vermoeden dat de kous af is en alle deelnemende landen weten aan welke afspraken ze zich moeten houden.

In 2004 schonden Frankrijk (4%) en Duitsland (4,1%) de regel dat het begrotingstekort maximaal drie procent mag bedragen. Door de ‘eind 2002 fors teruggelopen economische groei’ voerde president Chirac een aantal lastenverlichtingen door, die niet alleen het begrotingstekort omhoog stootten, maar ook de staatsschuld verhoogde tot 61% van het bruto binnenlands product. Eén procent meer dan toegestaan. Terwijl Nederland met bezuinigingen het tekort wil beperken en zich aan de afspraken probeert te houden, geven zowel Duitsland als Frankrijk aan in economisch slechtere tijden liever te investeren en werkgelegenheid te stimuleren in plaats van stevig te bezuinigen. Een stelling waar iets voor te zeggen is, maar zit het probleem niet dieper?

Met het ondertekenen van het SGP hebben alle participerende eurolanden hun eigen muntkoers uit handen gegeven en dragen alle landen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor een stabiele koers. De opstelling die Frankrijk en Duitsland in 2003 vertoonden is dan ook zwaar te veroordelen, aangezien het overgrote deel van de deelnemende landen met bezuinigingen haar begroting op orde probeert te houden en de twee Europese reuzen hun eigen gang gaan. En niet alleen op dit gebied. Op meerdere terreinen laten Duitsland en Frankrijk met bilateraaltjes zien dat zij de macht stevig in handen hebben.

Als gevolg van de meest recente economische crisis konden veel eurolanden in 2009 hun begrotingstekort niet binnen de perken houden. Ierland kwam op 14,3% , Griekenland op 13,6%, het Verenigd Koninkrijk op 11,5%. Duitsland (3,3%) en Nederland (5,3%) gingen ook over de grens heen, zij het in beperkte mate. Toen de Eurolanden begin 2010 Griekenland een lening van 80 miljard euro gaven, eisten zij daarbij verregaande economische hervorming. En terecht, want het ondernemersrisico lag volledig bij de eurolanden. Maar de Grieken zelf protesteerden uit alle macht tegen de maatregelen die het hun landsbestuur deze zomer afkondigde. Ook in Spanje gingen burgers in september dit jaar uit protest tegen diepe bezuinigingen de straat op. En het is zeker niet uit te sluiten dat nog meer landen zullen volgen komende tijd. En ook in Nederland staan we aan de vooravond van een grote bezuinigingsoperatie.

Veel te lang hebben de Eurolanden boven hun stand geleefd en dat gaan we nu merken. In de vette jaren is er niet opgepot voor de magere periode, maar hebben we het geld massaal uitgegeven om de welvaart te vergroten. Daarnaast heeft de EMU geen harde instrumenten om landen te dwingen zich aan het SGP te houden, wat ertoe leidt dat iedereen zijn gang kan gaan en de stabiliteit van de euro in gevaar is. En als laatste moeten we ons eens afvragen of de Europese Unie en de EMU maar ongebreideld moeten worden uitgebreid. Om politieke redenen mag maximale expansie misschien interessant zijn, voor de stabiliteit van Europa is het goed om de zaak eens realistisch te gaan benaderen en de huidige EMU-landen eerst orde op zaken te laten stellen, voordat de eurokoers helemaal onbeheersbaar wordt.

Deze column is geschreven door Robert Heij (voorzitter PerspectieF) en verscheen op 8 oktober 2010 in het Christelijk Weekblad.

« Terug

Reacties op 'Column 'Het onvermogen van Europa' (Christelijk Weekblad)'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2010

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari