Het goede leven van Robert Heij (Friesch Dagblad)

zaterdag 06 november 2010 18:57

Robert Heij (23) is een jonge belofte binnen de ChristenUnie. Sinds juni is hij de voorzitter van PerspectieF, de jongerenorganisatie van die partij. Hij studeert Technische Bestuurskunde. De laatste twee jaar was hij binnen PerspectieF voorzitter van de werkgroep Ruimte & Mobiliteit. Tijdens de raadsverkiezingen stond hij in Delft op de lijst. Door Jurgen Tiekstra.

Doen

,,Het kenmerkende van mensen in de politiek is dat ze het niet voor zichzelf doen. Dat vind ik toch een de meest intrigerende eigenschappen van dit soort mensen. Ik geloof wel dat iets met een doel op weg wordt gelegd. Een dominee de roeping hebben om een predikant te worden. Bij mij kwam dit mijn pad, om vanuit PerspectieF deze politieke taak op te pakken. Dat ervaar ik als een roeping.

Maar een paar jaar geleden had ik dit helemaal niet voor ogen. In mijn jeugd heb ik met mijn geloof in een twijfelfase gezeten. Je had me toen niet moeten vertellen dat ik later iets voor de ChristenUnie ging doen. Daarna wilde ik scheidsrechter worden in het veldvoetbal. Ik ben vijf jaar scheidsrechter geweest bij de KNVB. Het zou moeilijk worden om dat professioneel te gaan doen, omdat ik toen ook al het idee had: die zondag wordt dan lastig. Maar ik dacht: laat ik eerst eens hogerop komen in de amateurklasse. Dan zie ik wel verder. Ik heb dat vijf jaar met vol enthousiasme gedaan, maar kreeg toen ineens een blessure aan mijn voet. Ik kon niet meer verder.

"De ene weg was doodlopend, waardoor ik terug moest om een nieuw pad zoeken."

Het is nog altijd niet bekend wat het precies is geweest. Als ik te veel kracht op mijn voet zet, trekken bepaalde pezen samen, waardoor je een snelle verkramping krijgt. Op foto’s was niks te vinden, dus ik dacht: ik ga na twee maanden weer verder. Maar dat bleek niet mogelijk. Op dat moment had ik daar heel veel moeite mee. Je hebt een bepaald doel voor ogen, daar werk je aan, en vervolgens word je teruggeworpen op de harde realiteit dat het fysiek onmogelijk is om hogerop te komen. Ik baalde daar zeker van omdat ik net een week na de blessure door de KNVB was toegelaten tot het talententraject. Daar deed ik het al vier jaar voor.

Achteraf vertel ik daar makkelijk over, omdat ik nu iets anders moois op mijn weg heb. Maar het was niet dat ik uit vrije wil de keuze voor de politiek maakte. De ene weg was doodlopend, waardoor ik terug moest om een nieuw pad zoeken.’’

Denken

,,Mijn ouders zaten beiden in de fractie van de ChristenUnie: mijn vader als gemeenteraadslid en mijn moeder als lid van de steunfractie, die het raadswerk ondersteunt. Ik was in die tijd al lid geworden, want ik voelde me altijd verbonden met de ChristenUnie. Ik kom uit een politiek bewust gezin. Ook mijn opa’s en oma’s waren altijd politiek betrokken.

Ik vind het heel leuk om met mensen van een andere politieke kleur samen te werken: de Groen-Links-jongeren, de jonge socialisten de JOVD. Maar het is belangrijk dat je verschillen durft te benoemen. Je moet niet doen alsof we allemaal gelijk zijn. Ik ben realistisch: met name als je kijkt naar onze medisch-ethische kant hebben we conflictpunten met veel partijen.

"Ik ben realistisch: met name als je kijkt naar onze medisch-ethische kant hebben we conflictpunten met veel partijen."

Ik vind het mooi op argumenten dat debat op te zoeken. Om een voorbeeld te noemen: waarom moet het kindgebondenbudget alleen naar de opvang? Waarom verhogen we het kindgebondenbudget niet en laten we mensen zelf beslissen of ze dat besteden aan opvang of aan familie of vrienden die voor de kinderen zorgen? Dan ben je echt liberaal. Je hebt dan een argument om de ideologie van de JOVD aan te scherpen.

Er zijn de afgelopen decennia talloze christenpolitici geweest. Groen van Prinsterer is de voortrekker geweest van de christelijke politiek. Als je kijkt  hoe hij begon als christenpoliticus, dan zie je dat hij opkwam voor de vrijheid van onderwijs en zich afzette tegen de liberalen. Dat debat gaat nu terugkomen. Zelfs de VVD wil aan de vrijheid van onderwijs zitten. Je krijgt hetzelfde debat tussen christenen en liberalen als toen, maar ook met pseudoliberalen als van D66. Ik noem hen altijd ‘pseudoliberalen’, omdat ze alleen de vrijheid claimen vanuit hun eigen ideologie, en niet voor iedereen.

Ook binnen de voorlopers van de ChristenUnie zaten goede denkers. In de jaren tachtig heeft oud-GPV-politicus Bart Verbrugh drie delen geschreven, getiteld Universeel & Antirevolutionair, om een bijdetijdse visie te geven op de christelijke politiek. Ik vind het mooi om te lezen hoe je tot de meest concrete punten kunt komen: hoe kom je tot ruimtelijke ordening binnen een gemeente, maar wel op basis van de 'nationaalgereformeerde politiek’, zoals hij dat noemde. Als je bepaalde punten verdedigt, kom je niet ver door vanuit je ideologie in het  luchtledige te praten. Je zult met echte argumenten moeten komen.’’

Geloven

,,Ik heb heel gelovig opgevoed. Ik kom uit een gereformeerd gezin. Ik ben daar van kindsaf in meegegaan. Van huis uit heb ik meegekregen dat ik niet alles zomaar moet overnemen. Er was veel vrijheid om te discussiëren. Naar mijn idee is dat altijd heel prettig gegaan, ook toen op mijn zestiende twijfels kreeg: dit wel iets voor mij? Dat kwam vooral doordat er weinig jeugd was in de kerk.

De vrienden in mijn vriendenkring waren of heel breed-christelijk opgevoed of helemaal niet. Dan ga je twijfelen: ben ik nou de enige die op een orthodoxe manier invulling geeft aan zijn geloof? Ik had wel klasgenoten die met Pasen en Kerst naar de kerk gingen, maar ík was degene die elke zondag twee keer in de kerk zat en voor zijn eten bad. Daar krijg je kritische vragen over, terwijl je misschien niet onderlegd bent om je daar tegen te verweren. Je gaat daarin mee: waarom doe ik dit eigenlijk?

Wat voor mij de doorslag gaf, was dat in onze kerk besloten werd om mee te gaan met het initiatief rond ‘TijdVoorActie’. Dat hield in dat jongeren in plaatselijke gemeentes teams opzetten om andere jongeren te enthousiasmeren zich in te zetten voor hun naasten, zowel binnen als buiten de  kerk. Op de landelijke dag ontmoette ik jongeren die dezelfde leeftijd hadden, dezelfde kerkelijke achtergrond en dezelfde gedrevenheid om zich voor anderen in te zetten. Ik ontmoette mensen die door dezelfde overtuiging waren geraakt.

"Ik merk dat het geloof mij een hoop rust geeft."

Ik probeer elke ochtend te beginnen door een stuk uit de Bijbel te lezen en ook wel eens een moment te nemen voor gebed. Zodat je op die manier de kracht krijgt voor die dag. In Delft bid ik met mijn huisgenoten voor het eten en lezen we na het eten weer de Bijbel. Dat doe je ook tijdens de lunch. Zo heb je vaste momenten.

Ik merk dat het geloof mij een hoop rust geeft als ik vanuit deze functie bepaalde debatten inga of speeches moet houden. Daar kun je jezelf heel druk over maken. Daar ben ik wel toe in staat. Maar als ik van tevoren de rust pak en bedenk dat ik dit niet alleen voor mijzelf of vanuit mijzelf doe, dan komt er een rust over mij heen.’’

Genieten

,,Ik vind het machtig mooi. Ik vind het heel leuk dat je je bemoeit met de grote politieke arena, die als kind alleen op televisie zag. Nu zit je zelf in zo’n politieke organisatie. Ik denk dat er een grote factor is die overeenkomt met sport: het scheidsrechter-zijn doe je ook vooral niet voor jezelf, maar voor de 22 anderen op het veld en voor de vijftig mensen die bij een amateurveld langs de lijn staan te kijken. Je merkt dat je het beste probeert te zoeken voor het hele speelveld. Dat komt overeen met wat je in de politiek doet: ook zoek je het beste voor het hele speelveld, de samenleving. Alleen er meerdere scheidsrechters, die allen een andere kant op willen met hun partij.

"Je moet wel een droom hebben, maar dat moet vooral een kader zijn waarbinnen je wilt groeien, dat moet geen bepaalde functie zijn."

Als ik kijk naar de afgelopen jaren, dan zie ik dat je jezelf een doel in het leven kunt stellen, maar dat het heel anders kan lopen. Met die ervaring in mijn achterhoofd denk ik: ik moet de dingen doen die ik nu doe, daar moet ik energie insteken. Mijn doel is mijn studie af te ronden in een zo’n goed mogelijke combinatie met mijn bestuursfunctie. Ik vind de politiek erg leuk, maar het is de vraag of ik dit later ook als beroep zou willen doen.

Stel: ik ben jarenlang erg gefocust op die Kamerzetel en ben dan veertig en heb daar twintig jaar voor gewerkt, maar het is niet gelukt: dan heb je die teleurstelling. Kijk naar Ed Anker. Die komt op zijn 28e in de Kamer en op zijn 31e is hij oud-Kamerlid. Een van zijn eerste reacties na het verkiezingsresultaat was: ik ben 31 en heb ‘oud-Kamerlid’ achter mijn naam staan. Wat nu? Je moet wel een droom hebben, maar dat moet vooral een kader zijn waarbinnen je wilt groeien, dat moet geen bepaalde functie zijn.

Misschien is het een Bijbels principe: leef bij de dag. Morgen ben je er misschien niet meer. Dat realisme komt ook weleens boven drijven. Sommige jonge mensen komen je te ontvallen. Als je dat hoort, dan denk je: het kan zomaar voorbij zijn. Laten we vooral proberen er nu maar het beste van te maken, in plaats van te focussen op vijf jaar later.'

Bovenstaand interview verscheen op 6 november 2010 in het Friesch Dagblad.

« Terug

Reacties op 'Het goede leven van Robert Heij (Friesch Dagblad)'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2010

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari